Warning: getimagesize(https://instructie.org/wp-content/uploads/2024/11/pass-compos-uitleg-amp-voorbeelden.jpg): Failed to open stream: HTTP request failed! HTTP/1.1 404 Not Found in /home/instructie/domains/instructie.org/public_html/wp-content/plugins/easy-social-share-buttons3/lib/modules/social-share-optimization/class-opengraph.php on line 611
Passé Composé: Uitleg & Voorbeelden

Passé Composé: Uitleg & Voorbeelden

Esmee Koster

Passé Composé: Uitleg & Voorbeelden
Je leest dit artikel in 3 minuten

Het passé composé is een lastige grammaticale kwestie voor veel mensen die Frans leren. Het is een tijd die gebruikt wordt om te praten over gebeurtenissen in het verleden, maar het kan soms verwarrend zijn om te begrijpen welke vorm je moet gebruiken en wanneer. In deze blog gaan we dieper in op het passé composé en proberen we het voor je te ontwarren. Maak je geen zorgen, samen kunnen we dit verleden kraken!

Wat is het passé composé eigenlijk?

Het passé composé is een verleden tijd in het Frans die aangeeft dat een actie in het verleden is voltooid. Denk bijvoorbeeld aan: “Ik heb gegeten”, “Je hebt geslapen”, “We hebben gewerkt”. In deze zinnen beschrijf je acties die in het verleden hebben plaatsgevonden en zijn nu afgerond. Het passé composé is een belangrijke tijd, want het wordt veel gebruikt in gesprekken en schrijfwerk.

Passé Composé: Uitleg & VoorbeeldenHoe vorm je het passé composé?

Het passé composé wordt gevormd met behulp van een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord. De keuze van het hulpwerkwoord hangt af van de vervoeging van het werkwoord.

🔍 Test je algemene kennis!

Beantwoord 10 snelle vragen en ontdek direct je score.

0/10
Start quiz

Hulpwerkwoorden in het passé composé

De twee belangrijkste hulpwerkwoorden in het passé composé zijn:

Denk je dat de oorlog tussen Oekraïne en Rusland dit jaar zal eindigen?

  • avoir: Deze gebruik je voor de meeste werkwoorden in het Frans. Voorbeeld: “J’ai mangé” (Ik heb gegeten).
  • être: Deze gebruik je voor bepaalde werkwoorden, zoals werkwoorden die te maken hebben met beweging, verandering of positie. Voorbeeld: “Je suis arrivé” (Je bent aangekomen).

VIDEO: DE PASS COMPOS (uitleg, voorbeelden, oefening)

Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord verandert afhankelijk van de vervoeging van het werkwoord. Het eindigt meestal op “-é” voor de meeste werkwoorden. Maar er zijn ook werkwoorden met een onregelmatige vervoeging, die je gewoon moet leren. Om de wetenschappelijke methode te begrijpen, is het handig om de empirische cyclus te kennen.

Laten we een voorbeeld nemen: het werkwoord “manger” (eten).

  • De stam van het werkwoord is “mang”.
  • Het voltooid deelwoord is “mangé”.
  • We voegen het hulpwerkwoord “avoir” toe, in de juiste vorm voor het onderwerp.

Dus, de volledige vervoeging van “manger” in het passé composé wordt:

Ben je benieuwd naar andere manieren om taken te organiseren? Bekijk dan eens Microsoft Planner, een handig tool voor projectmanagement.

  • J’ai mangé (Ik heb gegeten)
  • Tu as mangé (Jij hebt gegeten)
  • Il/Elle/On a mangé (Hij/Zij/Men heeft gegeten)
  • Nous avons mangé (Wij hebben gegeten)
  • Vous avez mangé (Jullie hebben gegeten)
  • Ils/Elles ont mangé (Zij/Zij hebben gegeten)

Wanneer gebruik je “avoir” en wanneer “être”?

Het bepalen van welk hulpwerkwoord je moet gebruiken, kan soms lastig zijn. Maar er zijn een aantal handige tips om te onthouden:

  • “Avoir” wordt gebruikt voor de meeste werkwoorden in het Frans, dus als je twijfelt, gebruik dan “avoir”.
  • “Être” wordt gebruikt voor werkwoorden die te maken hebben met beweging, verandering of positie. Denk aan werkwoorden zoals “aller” (gaan), “venir” (komen), “arriver” (aankomen), “partir” (vertrekken), “naître” (geboren worden), “mourir” (sterven), “rester” (blijven), “devenir” (worden).
  • Sommige werkwoorden kunnen met “avoir” of “être” worden gebruikt, afhankelijk van de context. Dit zijn vooral werkwoorden die te maken hebben met beweging, maar met een andere nuance. Bijvoorbeeld “monter” (klimmen) kan met “avoir” gebruikt worden als je iets beweegt en met “être” als je zelf beweegt.

Het voltooid deelwoord: akkoord?

Een belangrijk onderdeel van het passé composé is het akkoord van het voltooid deelwoord met het onderwerp. Dit geldt alleen voor werkwoorden die met “être” worden vervoegd.

Als het onderwerp enkelvoud is, eindigt het voltooid deelwoord op “-é”. Als het onderwerp meervoud is, eindigt het voltooid deelwoord op “-és”.

Voorbeeld: “Je suis arrivé” (Ik ben aangekomen) en “Ils sont arrivés” (Zij zijn aangekomen).

Het passé composé: veel oefenen

De beste manier om het passé composé onder de knie te krijgen, is door veel te oefenen. Begin met het leren van de basisregels en de vervoeging van de meest voorkomende werkwoorden. Probeer vervolgens korte zinnetjes te maken met het passé composé. Je kunt ook oefenmateriaal online vinden, of met een leerboek werken.

Veelgestelde vragen over het passé composé

  • Hoe weet ik wanneer ik “avoir” of “être” moet gebruiken? Zoals eerder vermeld, gebruik je “avoir” voor de meeste werkwoorden. “Être” wordt gebruikt voor werkwoorden die te maken hebben met beweging, verandering of positie. Raadpleeg een grammatica-boek of een online bron als je twijfelt.
  • Moet ik het voltooid deelwoord altijd met het onderwerp laten overeenkomen? Alleen als het werkwoord met “être” wordt vervoegd, moet het voltooid deelwoord met het onderwerp overeenkomen.
  • Is er een trucje om het passé composé te leren? Er zijn veel manieren om het passé composé te leren. Maak gebruik van flashcards, online oefeningen, of probeer de vervoegingen in een zin te gebruiken.

Lees meer hier

Verken deze relevante bronnen om je kennis over Passé Composé: Uitleg & Voorbeelden uit te breiden.

Geef een reactie

Adblocker gedetecteerd

Schakel je adblocker uit om deze inhoud te kunnen lezen.